Hoofdstuk 1 van ‘De hogepriesteres’

1. JACHTMAAN

Aruc
Isis de Ruiter kijkt op haar agenda. Het is vandaag 27 oktober 2017. Drie jaar geleden durfde ze de stap te wagen die haar leven zo heeft veranderd. Ze wil het graag vieren met Artson. Ze gaat staan, trekt haar slippers uit en begint te letten op haar ademhaling: vier tellen inademen: één… twee… drie… vier…. Zes tellen uitademen. Het zweverige gevoel dat hoort bij deze ademhaling daalt langzaam af van haar hoofd, over haar romp, langs haar ledematen.
Ze grijpt haar athame, het heilige offermes, en tekent een cirkel. Ze loopt naar het noorden, plaatst een groene steen, zo groot als haar vuist, op de grond.


Uit het noorden, het element aarde,
wees welkom, Godin eerwaarde.
De vruchtbaarheid en stabiliteit die u symboliseert,
worden in deze cirkel gewaardeerd.
Breng uw bescherming en manifestatie,
zo snel mogelijk naar deze locatie.


Ze voelt hoe ze gedragen wordt door de aarde. Aarde is aanwezig in de cirkel. Daarna loopt ze naar het oosten en plaatst een gele steen. Stap voor stap gaat ze door met het hele ritueel.


Een traan rolt langzaam langs haar neus naar beneden en in haar mond. Na de aankomst van element water neemt Isis plaats in het centrum. Ze pakt haar Sheela Na Gig. Dan fluistert ze de woorden die haar reis zullen vormen:
Origineel afkomstig uit Vlaanderen,
heb ik Kyteler bloed in mijn aderen
.
Isis is niet meer in Cura, ze is in Aruc.

De tempel van Iris
Isis kijkt om zich heen. Ze is op haar lievelingsplek in Aruc. De bedwelmende geur van handgemaakte wierook rijst op uit de privétuinen van de tempel, planten die in Cura niet bestaan. De teelt van gewassen voor wierook is hier vergevorderd. De witte salie, sandelhout en zelfs haar lieveling lavendel, steken hier magertjes bij af.
Ze trekt haar kleren uit en gaat liggen in het warme bad met bladeren die geen bioloog uit Cura zou kunnen determineren en etherische oliën van bloemen die alleen iemand die het Voynich manuscript heeft bekeken, zou kunnen herkennen. Vijf minuten later, wandelt Artson naar haar toe met een houten kelk gevuld met rode wijn. Ze neemt een slok en houdt die een paar seconden in haar mond. Het smaakt zo goed dat ze het eventjes niet wil doorslikken. De wijn van Aruc is in staat je te ontspannen en te prikkelen zonder dat je er draaierig of dronken van wordt.
Vanwege haar heilige positie in Aruc heeft ze toegang tot het allerbeste, maar Artson heeft haar ooit verteld dat zelfs de slechtste wijn van in Aruc je nog geen kater geeft. Nu, drie jaar later spreken Artson en Isis zelden met elkaar. Artson kan gedachten lezen. Door haar opleiding heeft ze geleerd hem aan te voelen.
Ze neemt nog een slok. De wijn die ze nu drinkt is afkomstig uit een van de heilige steden uit het zuiden van Vinland. Ze heeft het een keer bezocht. In Cura ligt dat in Loncomilla Valley, in Chili.
Voordat ze haar kelk leeg heeft, komt Artson met een houten kruik en schenkt nog meer in. Hij knipoogt. Isis drinkt nog een slok en staat op. Artson komt met een doek een reikt die aan.

Hij weet dat ze zich liever zelf afdroogt. Dankzij het warme bad klopt het bloed door haar hele lichaam. Ze neemt haar kelk mee naar bed en gaat liggen op haar zij. Artson kijkt naar haar bruine huidskleur en ronde vormen. Hij gaat naast haar liggen en aait haar lange kroeshaar. Artson kan als shapeshifter elke vorm aannemen die hij maar wil maar voor Isis heeft hij gekozen voor een uiterlijk waarbij ze zich op haar gemak zou voelen. Dat is het uiterlijk van een knappe man met een lichte huidskleur, een beetje gebruind door de zon en met lichtbruin haar, vriendelijke lichtbruine ogen en een prachtige glimlach. Hij ziet er teder, betrouwbaar en lief uit. En dat is wat ze nu nodig heeft.

Isis draait zich langzaam om en gaat op haar buik liggen. Artson omhelst haar van achteren en gaat met zijn tong langs haar oorlelletje. Ze kreunt zachtjes. Zijn tong glijdt langzaam langs haar nek en schouderbladen. Hij registreert haar genot, maar ook haar interne conflict. Ze is niet gewend om een Godin te zijn, ze komt van een plek waar genot niet heilig is, maar verkeerd en dat zit heel diep in haar. Isis denkt weer aan de woorden van Iris:
‘Wat gebeurt in Aruc speelt zich af buiten de werkelijkheid van tijd en plaats dus is, technisch gezien, niet gebeurd. Ten slotte: als je daar eenmaal bent, zul je merken wat allemaal mogelijk is zonder de spelregels te breken.’

Origineel afkomstig uit Vlaanderen,
ik heb Kyteler bloed in mijn aderen
.

Isis is terug in Cura. Ze opent stilletjes de cirkel.

Moeder, bedankt voor het bevruchten van mijn dromen.
Bedankt dat u in de cirkel wilde komen…

De gele steen…
Element lucht uit het oosten,
vaarwel en bedankt voor het troosten.

Isis pakt de groene steen op.
Element aarde uit het noorden,
vaarwel en bedankt voor uw antwoorden.

De rode steen…
Element vuur uit het zuiden,
vaarwel en bedankt voor het inluiden.

De blauwe steen…
Element water uit het westen,
Vaarwel en bedankt dat u zich hier heeft willen huisvesten…

Isis pakt haar athame en opent de cirkel. Ze is terug in Cura.

Terug op haar kantoor gaat ze weer achter haar bureau zitten, laat ze zich met een glimlach op haar bureaustoel zakken en schuift haar agenda opzij. Ze kijkt op haar iPhone. Het is nog steeds 27 oktober 2017, tien uur ‘s ochtends. Ze pakt de sleutels van de auto uit haar tasje om haar dochter op te halen. Vandaag is Diana iets eerder klaar met school.

Diana
Om half elf is Isis bij KAP, de scholengemeenschap waar Diana, haar dochter, naar school gaat. Diana stapt in de auto. ‘Hey!’
Isis kijkt haar liefdevol aan. Ze wil haar dochter het liefst overladen met knuffels, maar als ze dat zou doen, zou Diana zich doodschamen.
‘Dag Snoesje! Hoe ging het vandaag?’
Diana stapt binnen, gaat zitten en knijpt haar moeder in de bovenarm.
‘Goed, ik heb een project, ik ga vanmiddag om 4 uur naar Liesje. We moeten samenwerken.’
Isis start de auto en rijdt van de Schottegatweg Noord richting Gosieweg richting Schelpwijk.
‘Moet ik je brengen later? Ik heb een tussenuur vrij’
‘Hoeft niet hoor. Ik ga met de fiets.’
Liesje woont ook in Schelpwijk 500 meter verderop.
‘Ik vind het een beetje gevaarlijk.’
In de wijk is fietsen redelijk veilig maar Isis vindt het niet prettig dat haar dochtertje de fiets pakt.
‘Er gaat echt niks gebeuren, mama. Je weet toch dat ik voel wanneer er iets slechts gaat gebeuren.’
Isis zucht.
‘Ja, dat is waar.’

Isis rijdt naar huis. Ze weet nog dat ze in de weken voor de jachtmaan in het jaar 2000 begon te verlangen naar een kind. Ze visualiseerde een dochter. Elke avond sprak ze de ziel van haar toekomstige dochter toe. Ze had al een naam gekozen. En op een volle jachtmaan, een jaar later, droomde ze van een meisje met een hele lichte huid, bruin krullend haar met de gezichtsvorm van Arthur en haar neus en ogen. “Ik ben klaar”, zei het meisje.
Negen maanden later werd Diana geboren in het huis van Morai, haar grootmoeder, en vroedvrouw in Galbally. Morai, Brigit en Isis waren zielsgelukkig met de nieuwe Kyteler.

Samhain
Enkele dagen later is Isis weer terug in Aruc. Ze zit voor het altaar in de Tempel van Iris in een zwarte fluwelen jurk met een puntkap. Bij de mouwen, kap en lijfje is de jurk afgezet met zwarte stroken borduurwerk. De rest van de jurk is van een elastisch soort fluweel.
Op het altaar staat een reliëf van een prachtige Sheela-na-gig, zwarte en oranje kaarsen en wierook. Ze moet zo verschijnen voor het balkon om om Samhain officiëel in te luiden. De tempel van Iris lijkt voor iemand van buiten Aruc op het Vaticaan. En zij, hogepriesteres van De tempel en Het Eiland van Iris, Cuore, mag als een soort Koningin het begin van elk sabbath aankondigen en zegenen.
Isis kan zich de eerste keer nog goed herinneren, drie jaar geleden. Ze had een knoop in haar maag die haast ondraaglijk was. Ze stond op en liep naar het balkon. Artson, die een paar meter verderop stond. Zij die hem bezorgd aankeek. Artson, die haar beantwoordt in gedachten: Je hoeft je niet niet zo te voelen. Je hebt je hier niet opgedrongen. Je bent gevraagd door Iris om haar plaats in te nemen. Je kunt zonder je te schamen iedereen in het publiek direct in de ogen kijken. Ze hebben je nodig. Je volk heeft je aanwezigheid nodig. Kytelerbloed houdt hier alles in stand. Isis weet nog hoe het gevoel dat ze dat allemaal onwaardig is, langzaam wegzakte.
Isis is weer terug in het nu. Ze heft de zwarte kristallen kelk gevuld met rode wijn en galmt luidkeels in haar gedachten zodat iedereen het opvangt: Hierbij open ik de festiviteiten van Samhain
Vanuit haar balkon kijkt Isis naar de festiviteiten. De lucht heeft, zoals meestal tijdens Samhain, grijze flarden. Een groep begint Iers-Keltische Ierse Keltische ontspannende instrumentale muziek te spelen op een doedelzak, fluit, harp en viool terwijl acteurs en actrices de grens tussen de ene en de andere wereld, die nu broos en dun is, uitbeelden. Dichters declameren over de magische nacht van Samhain en hoe de sluier tussen de verschillende dimensies verdunt. Het publiek is verkleed als elfen, heksen, druïden, geesten en demonen. Iedereen hoopt een blik op te vangen van de voorouders of anderen die er niet meer zijn.

De ontmoeting
Het is zaterdagochtend. Isis wordt wakker van het lawaai buiten. Het raam van haar slaapkamer kijkt uit over de cul-de-sac waar ze woont. Ze kijkt naar buiten en ziet een enorme verhuiswagen van de Caribbean Movers. Ze krijgt een vieze smaak in haar mond. Ze staat op en gaat naar de badkamer en poetst haar tanden en gorgelt. De vieze smaak in haar mond gaat niet weg. Ze gaat weer kijken uit het raam. De verhuizers zijn bezig met de dozen. Naast de verhuizers staat een stevig gebouwde blonde vrouw. Isis voelt gevaar en afkeer. Met tegenzin slentert ze naar haar kantoor. Nieuwe buren. Ze weet dat ze zich zal moeten voorstellen maar ze ziet er nu al vreselijk tegenop.

Isis loopt naar buiten met de sleutels van de auto in haar hand alsof ze van plan is ergens naar toe te gaan.
‘Hallo, goedemorgen’. Ze probeert zo nonchalant mogelijk te klinken. De blonde vrouw draait zich om. Ze kijkt vriendelijk. ‘U bent de nieuwe buurvrouw? Mijn naam is Isis de Ruiter, aangenaam’.
‘Hallo. Ja, we komen hier wonen. Mijn man en zoon komen volgende week. Ik ben eerder gekomen om alles voor te bereiden, een beetje poetsen en zo.’
Isis kijkt poeslief: ‘Leuk, gezellig.’
‘Ik ben Greet.’ De aura en energie die Greet uitstraalt liegt er niet om. Haar zware aura straalt een combinatie uit van rode strepen van vijandigheid en zwarte vlammen van angst en stress. De gevoelens van Isis ten opzichte van de vrouw die ze nooit eerder heeft gezien, zijn wederzijds. Dat is duidelijk.
‘We zijn in juni op Curaçao komen wonen maar zochten naar een woonwijk dicht bij de tempel. We zijn Jehovah’s Getuigen.’ Greet deed duidelijk ook haar best om natuurlijk en vriendelijk over te komen.
‘Dat is in ieder geval goed gelukt’, zegt Isis en stapt in de auto. Ze weet waar de Koninkrijkszaal ligt en heeft die plek altijd zoveel mogelijk gemeden.

Brigit en Carlos
“Danki” zegt Isis terug. Ze heeft net vis gekocht bij Boeboe die soms bij de ingang van Schelpwijk staat met de vangst van de dag. Isis gaat niet graag naar de supermarkt, om dezelfde reden waarom ze altijd kantoorbanen waar veel mensen komen heeft gemeden als de pest. Als je andermans gevoelens, gedachten en vibraties kan opvangen en aanvoelt als die van jezelf ben je na een paar uur uitgeput in drukke omgevingen.
Isis stapt in de auto en begint te rijden. Haar ouders wonen in Groot Kwartier, nog geen tien minuten met de auto. Terwijl ze rijdt, raakt Isis in gedachten verzonken.
Haar moeder, Brigit, vertelde haar al toen ze vijf of zes jaar was sprookjes over de engelen, feeën, elfen, draken, dwergen, reuzen, heksen en druïden en alles wat je je maar kunt voorstellen als je denkt aan de voorchristelijke keltische traditie. Haar vader, Carlos, trok zich dan meestal terug. Isis weet niet of haar vader wist dat haar moeder een afstammeling is van Alice Kyteler.
Isis rijdt op de automatische piloot Schelpwijk uit. Te laat merkt ze dat ze de verkeerde kant is opgegaan. Ze is op Gosieweg. Ze stopt eerst bij Las Vegas Winkelcentrum, stapt The Botanical Scent of Nature binnen en haalt wat witte salie voor haar moeder. Ze betaalt en gooit de munten en bon die ze terugkrijgt in haar tas zonder het na te tellen. Ze stapt weer in haar Ford Explorer en rijdt nu wel richting Groot Kwartier.
Ze denkt nu aan haar moeder en hoe haar eerste jaren op Curaçao waren als Ierse. De eerste jaren waren zwaar voor Brigid. Zonder haar moeder en haar familie en zonder privacy. Haar rituelen moesten minimaal zijn. Haar reisjes naar De Cirkel of zoals Isis het noemt, Aruc, waren meestal als ze op vakantie was in Ierland want ze was bang dat iemand binnen zou stappen op het moment dat ze de cirkel aan het trekken was.
Alle oudere buurvrouwen met alleenstaande dochters in de wijk klopten elke dag onverwacht aan met een kopje soep of wat lekkers in de hoop haar in flagrante te betrappen op iets om over te roddelen. Wat denken ze dat ze zullen aantreffen? Een vent in de kledingkast? Dachten ze nou echt dat ze zo naïef was? vertelde haar moeder haar een keer toen ze ouder was.
Toen de vader en moeder van Isis terugkwamen naar Curaçao, woonden ze eerst in een gehuurde tweekamerwoning in Saliña Abou, dezelfde wijk waar Carlos opgroeide. Een jaar na hun huwelijk werd Isis geboren, het jaar daarop Mae en daarna Anubis en Mark.
Vier jaar nadat Carlos was begonnen te werken, werd hun leven veel beter. Hij kreeg een vaste aanstelling en kwam in aanmerking voor een hypotheek. Hij liet toen het huis in Groot Kwartier bouwen met hoge muren. Brigit kreeg een eigen kantoor met een slot op de deur.

De zwakte
Isis… Isis… help me.’ Artson bloedt uit zijn mond. Hij is lijkbleek.
Isis is nog in haar nachtjapon. Snel doet ze hem uit om vervolgens voorzichtig haar cup uit te trekken en giet haar menstruatiebloed over in een kelk. Daarna helpt ze hem overeind te komen. Hij pakt de kelk aan. ‘Dank je wel’. Hij knipoogt en drinkt het op. Ze scant zijn lichaam en ziet hoe de stamcellen van haar bloed hem genezen.
‘Wat is er aan de hand, Artson?’
‘Iemand heeft het slecht met je voor. Daarom hebben we meer Kyteler bloed nodig om je te beschermen, dat is alles. Het is al opgelost.
‘Ik heb het een en ander gevoeld, ik heb een nieuwe buurvrouw thuis…’

Kingdom Hall Of Jehovah’s Witnesses
‘Het probleem dat we nu op het eiland hebben zijn de heksen,’ begint Richard zijn preek. Zij zijn schuldig aan alle demonische activiteiten hier op het eiland. Maar waarom hebben de demonen de heksen nodig? Ze zinderen zelf toch van toverkracht en kwade magie?’
Richard pauzeert om de gelovigen zijn woorden te laten bezinken. Hij ziet een paar mensen in de zaal fronsen. Dit is beslist een minder dan gebruikelijk onderwerp. Niets over Gods oneindige liefde voor zijn volgelingen, of de vreugde van het Laatste Oordeel.
‘Goed, de duivel, hij heeft een leger van demonen, maar zij horen niet in onze werkelijkheid thuis. Daarom kruipen ze in de huid van een heks, gebruiken haar alsof ze een lappenpop is. De heksen zorgen voor alle ellende en onverdiende pech op het eiland.
Hun machtigste instrumenten zijn kunstvormen zoals de kinderfilms Harry Potter, die jullie zonen en dochters laten geloven dat magie iets moois is. Rappers op YouTube, heavy metal zangers die tussen de grafstenen met duivels dansen. Waarom denken jullie dat zulke beelden en liedjes zich in de hersenen van onze kinderen en onze eigen hoofden vasthaken? Dat komt omdat de heksen ze volgestopt hebben met spreuken en duivelse leugens.’
De gelovigen in de zaal knikken instemmend. Iedereen kent wel een verhaal van een buurvrouw die het boze oog op een achterneef wierp waarna zijn gloednieuwe auto weigerde te starten. Of lieden die keer op keer de hoofdprijs met bingo winnen.
Sommigen houden hun handen hoog en kijken naar de hemel. Anderen prevelen: ‘Amen!’ .
‘Kijk om je heen,’ besluit Richard zijn preek. ‘Zorg dat je de heksen ontmaskert zodat iedereen ze kan herkennen. Ze zijn overal. Ook in je huis, ook in je familie.
Merk je iets bijzonders in je gezin, in je familie of bij de buren, kom dan meteen naar mij toe. Ik ben hier als opzichter en ouderling om je te helpen.’
Greet Wolken knikt en weet dat Richard gelijk heeft. Dat ze net als iedere gelovige een opdracht heeft. We kunnen dit niet toestaan. We moeten onze wijk en dit eiland zuiveren.

De ergernis van Greet
Greet Wolken rijdt de cul-de-sac binnen, net thuis van de preek. De Ford Explorer van Isis staat een beetje onhandig geparkeerd waardoor ze er moeilijk langs kan. Wat heeft die vrouw een prachtige auto. Greet woont er al een week. Ze mag die Isis niet. Het is haar opgevallen dat zij en haar man niet buitenshuis werken. Er staat weliswaar een bord waarop staat dat ze bijles geeft, maar dat kan toch niet genoeg opleveren voor een huis in deze wijk en zo’n mooie auto?
Ze is alleen maar een lokale vrouw maar ze loopt rond met een air alsof ze heel wat is. Ze is getrouwd met een Nederlander. Sommige mannen weten klaarblijkelijk niet dat ze zich niet moeten inlaten met dit soort vrouwtjes. Dit soort vrouwen hoort thuis bij hun soortgenoten. Wedden dat ze met hem getrouwd is vanwege zijn geld? Zo’n vrouwtje kan toch moeilijk genoeg verdienen met haar lesjes? Maar ja, zodra die inboorlingen een beetje studeren worden ze heel erg zelfingenomen en krijgen ze heel veel zelfvertrouwen.
Greet manoeuvreert langs de auto van Isis en parkeert haar auto in de garage. We kunnen alleen maar wachten op de wederkomst van Jezus. Wanneer hij terugkomt met de hemelse legermachten naar de aarde om ons te redden van de macht van de demonen en deze heksen. Ze kijkt venijnig naar de auto van Isis. Na zoveel duisternis zal er dan eindelijk licht schijnen!
Maar ondertussen hebben deze demonen wel de overhand. En dat doet pijn. Greet slaat de deur van haar tweedehands Kevertje keihard dicht en opent het poortje van de tuin om gauw naar binnen te lopen.
Greet stapt humeurig het huis binnen. Ton zit met een krant voor de TV.
‘Die vrouw,’ barst Greet los, ‘de manier waarop ze haar auto parkeert, ik kan er amper bij. Zo onbeschoft.’ Er is iets aan die vrouw, ze deugt niet. Jammer dat we zo dicht bij haar in de buurt wonen. Volgens mij is ze een heks!’
‘Hoe kom je daar nou bij?’ zegt Ton lachend.
‘De moderne heksen zijn niet oud of lelijk. Ze zijn arrogant, kleden zich goed en rijden in dure auto’s. Dat komt omdat ze de aandacht naar zichzelf willen trekken. Ze houden van zichzelf en niet van God. Vind je het normaal hoe deze mensen leven? Waar doen ze het nou van? Deze vrouw heeft demonen die zorgen voor welvaart. Die man staat duidelijk onder een soort betovering.’
‘Iedereen zit wel ergens onder,’ moppert Ton.‘Ik zit anders behoorlijk onder de plak anders zou ik niet zitten luisteren naar zoveel onzin.’
Greet gaat gewoon door. ‘Ik zie hem meestal hun dochtertje naar school brengen. Dat dochtertje gaat naar de havo en onze zoon naar het vmbo. Dat halfbloedje kan toch niet slimmer zijn dan onze Lucas?’
Ton zucht. ‘Volgens mij ben je jaloers. Waarom? Omdat de man goed meedoet in de huishouding en omdat ze al 20 jaar getrouwd zijn…”
Greet is niet in staat om Ton uit te laten praten. ‘Dat komt omdat dit soort vieze vrouwtjes van alles doen met die mannen’, sist ze terwijl ze kijkt alsof ze op het punt staat om over te geven. Dat soort vrouwen hebben geen respect voor hun eigen lichaam. Ze staan een man toe om dingen te doen die een vrouw nooit zou mogen toestaan, ook al is ze getrouwd. Wedden dat die vrouw ingaat op dingen, je weet wel… sodomie. En die man is natuurlijk ook een grote viezerik en daarom is hij niet bij haar weg te slaan.
Ton staat verveeld op. ‘Hou toch op, je weet niet hoe belachelijk je klinkt.’
Greet gaat onvermoeibaar door. ‘Gisteravond hoorde ik haar in de tuin allerlei rare spreuken zeggen. Het is dat die muur zo hoog is anders had ik een trappetje tegen de muur gezet. Als we heksen zien, dan is het onze plicht om er iets aan te doen.


Richard Bisschop
Richard stapt in de auto. Nog geen vijf minuten later is hij thuis. Toch handig, dat hij in de buurt woont van de tempel. Hoewel hij bij het OM werkt en het voor de hand liggend was om een wijk in de buurt te zoeken voelde hij direct een onbegrijpelijke drang om daar te wonen toen hij voor het eerst Schelpwijk inreed.
Richard had zijn vader nooit gekend en zijn moeder had nooit met hem over God gesproken. Bij hem op school was er een jongetje die met hem sprak over een Opperwezen waardoor en waarin alles is. Dat was de eerste keer dat hij hoorde en begreep dat hij wel een vader had. Al heel jong wist hij dat hij wilde werken voor zijn Vader. Voor God.

Zijn preek vanmorgen over hekserij heeft een gevoelige plek geraakt bij de mensen, dat voelt hij. Vooral omdat het iets is waar hij behoorlijk mee zit. Als Officier van Justitie weet hij dat hij niets kan met zijn waarschuwingen tegen het kwade, maar als oudere bij de Jehovah’s Getuige kan hij wel hierover zijn hart luchten. Hij weet dat de Gemeente hem zal kunnen helpen met het bestrijden van dit kwaad dat niet strafrechtelijk vervolgd kan worden. Maar via een omweg misschien toch wel. Zijn preek van vanmiddag is nog maar het begin.

Steun voor Greet
Wanneer Greet in de auto stapt ziet ze de Ford Explorer van Isis. Zoals altijd weer slecht geparkeerd. Ze draait langs de auto en hoort een geluid. Oei, ze heeft de auto van Isis gekrast. Zal ze er iets van zeggen? Ach, nee. Ze heeft geen zin om met die Isis te praten.
Greet rijdt de parkeerplaats van de tempel op. Het hek staat open. Voor de tempel staat alleen maar de auto van Richard. Greet parkeert haar auto ernaast en stapt naar binnen. Ze loopt naar het kleine kantoor links van de grote zaal, klopt en loopt naar binnen.
‘Hallo Greet.’ Richard steekt zijn hand uit. Greet geeft een sterke hand en schraapt haar keel. ‘Mijn buurvrouw, er is iets met haar aan hand. Sinds ik naast haar woon voel ik me angstig. Ik kan amper slapen. Ik geloof dat ze iets verbergt.’
Richard knikt. ‘Je hebt een onderbuikgevoel maar geen bewijs. Ik begrijp je. We beginnen zo met de preek maar later op de dag ga ik langs het huis om te kijken of me iets opvalt. Je moet blijven opletten. Als je iets bijzonders ziet of hoort, schrijf dan op wat en wanneer. Je hebt er goed aan gedaan om met me te praten en je hart te luchten. Wij hebben de plicht om op te passen want de demonen zijn heel geniepig. Bedankt voor je waarschuwing.’
Greet ontspant. Het is leuk om de steun en begrip van een ander te voelen.

De muur
Richard rijdt in de richting van het huis van Greet en daar is het: de plek waar het huis van Isis staat. Een muur van 1 meter 80 maakt dat je het huis zelf niet kan zien. Aantrekkingskracht, angst, opwinding en jachtinstinct – het giert door zijn aderen. Hij parkeert aan de overkant en kijkt gefascineerd naar de muur. Het is warm op het eiland en zo’n hoge muur maakt de doorstroom van de koele noordoostpassaat minder waardoor het warmer voelt in de tuin. Wat heeft ze te verbergen? En waarom razen al deze gevoelens door zijn lichaam? Hij start de auto om naar huis te gaan. Later zal hij wel op het internet kijken.
Thuis aangekomen kan hij toch niet wachten op een later moment. Hij stapt uit de auto en loopt regelrecht naar zijn computer om te zoeken naar de naam van het bedrijf van Isis dat op het bord stond, aan de muur bevestigd: Farao Tutoring and Translations. Het eerste resultaat is direct al de website van Farao Tutoring and Translations. Ze weet in elk geval iets van vindbaarheid op het internet. Eigenaar: Isis Eerbeek-de Ruiter. Richard googlet Isis de Ruiter en kijkt naar de afbeeldingen van een aantrekkelijke en interessante veertigplusser. Ze is niet oogverblindend mooi maar ze is bijzonder. Hij begint met het lezen en opslaan van de links van haar website, Facebook, Linkedin, Instagram en YouTube kanaal. Hij gaat weer naar haar Facebookpagina en kijkt gebiologeerd naar het scherm. Er staan foto’s bij van haar man en haar dochter. Is dit kind wel van haar man?

Reizen
Isis haalt een oud notitieboekje uit de kast waar ze haar oude dagboeken bewaart en leest…
Vandaag heb ik met mijn moeder gesproken. Ik vertelde haar dat ik een paar weken aan het dromen ben over een vrouw die heel veel op mij lijkt. Ze heet Iris. In mijn droom sprak ze over een parallelle wereld en een gateway zoals ik die ken van een van mijn lievelingsboeken: De kronieken van Narnia van C.S. Lewis. Ze vertelde me dat deze plekken bestaan. Sommige mensen kunnen erheen.
Mama luisterde aandachtig. Ze was stil. Even dacht ik dat er iets mis was of dat ze mij niet gehoord had.
‘Het is eindelijk zover’ zei ze. De eerstgeboren vrouwelijke nakomelingen van onze familie hebben al generaties lang de gave van “reizen”. Daar is het beeldje voor in mijn kast. Weet je nog dat je het als kind een eng vies beeldje vond? Dit beeldje heet een Sheela Na Gig. Het behoort toe aan de eerste vrouw in onze familie waarvan we weten dat ze kon reizen.. Haar naam is Alice Kyteler. Als je vaak droomt van een vrouw die op je lijkt met een naam die bijna hetzelfde klinkt als die van jou, dan is dat het signaal. Jij bent nu oud genoeg om te reizen door tijd en ruimte.’
Ik was verbaasd en een beetje bang.
Mijn moeder was achttien toen ze voor het eerst naar die andere wereld ging. ‘Meer hoef je niet te weten. Het gaat je niets aan. Mijn reizen zijn van mij. En jouw reizen zijn alleen maar van jou.’
‘Is er een reden waarom jij en oma mij niet mogen vertellen over wat jullie meemaken tijdens het reizen?’
Brigit zucht. ‘Onze stammoeder, Alice Kyteler, heeft in de grimoire de aanwijzingen achtergelaten. Als je doorvertelt wat er in ‘De Cirkel’ gebeurt, dan heeft dat als gevolg dat je nooit meer terug kan keren en dat die wereld zal afsterven. Zo zit de spreuk in elkaar.’

Nederland
Op 1 september 1993 was Isis een van de 300 bursalen op weg naar Nederland. Wat ze nog weet van die eerste weken was een soort waas. Cursus budgetteren. Aldi is goedkoper dan Albert Heijn. Soorten jassen en waar moet je rekening mee houden. Hoe knoop je een sjaal. Als je het ondanks je spijkerbroek nog steeds koud hebt, kun je een maillot aantrekken. Ja, jongens ook. Verschil tussen een tram en een trein. Volgende week beginnen de colleges.
Bitterzoete tijden. Ze was de kou wel gewend van Ierland en vond het zelfs lekker. Op Curaçao liep ze amper door de hitte maar in Amsterdam wandelen is het leukste wat er is. In plaats van een fiets te kopen liep ze van haar kamer naar de Spuistraat waar de meeste colleges waren. Tijdens het eerste trimester had ze één keer per week college bij de Oudemans Poort. Omdat de Faculteit der Rechtsgeleerdheid daar was schoof er wel eens een student rechten bij haar aan tafel in de Mensa. Hij heette Arnold de Leeuw. Arnold was de enige jongen waar ze mee sprak tijdens haar opleiding.
Isis had haar studententijd verder niet gebruikt om sociale contacten op te bouwen. Het contact met haar studiegenoten hield ze zakelijk. Ze had haar doel duidelijk voor ogen: haar opleiding zo snel mogelijk afronden.

Arthur
Direct na haar afstuderen trouwde Isis met Arthur. Ze moet altijd glimlachen als ze denkt aan hun eerste ontmoeting in de trein. Toen ze hem voor het eerst zag voelde ze zich direct op haar gemak al wist ze niet precies waarom. Een zakkenroller probeerde haar portemonnee af te pakken in de trein. Arthur had het meteen door. Hij vatte de kerel bij de kraag en hield hem vast totdat de politie kwam. Isis en Arthur hadden weinig gemeenschappelijk en toch wist ze dat hij een bijzondere rol in haar leven moest spelen. Hij voelde aan als een beschermengel en een bondgenoot. Omdat ze wilde weten waar de kameraadschappelijke gevoelens vandaan kwamen, maakte ze gebruik van de kans die ze kreeg in Ierland. Kajal, een vriendin van haar grootmoeder, deed aan past life regression.
Deze mevrouw uit India nam haar mee naar haar huisje. Bij de deur moest ze haar schoenen uittrekken. Ze nam Isis mee naar een kamertje met een lage tafel. Er waren overal kaarsen aangestoken. Het rook naar sandelhout. Op de achtergrond hoorde Isis kalme Indiase fluitmuziek, van dat soort dat je vaak hoort in yoga studios. Ze mocht op de grond zitten aan tafel en kreeg een kop thee. Daarna gebaarde Kajal, die Engels met een zwaar Indiase accent sprak, haar om te gaan liggen en te ontspannen. Vier tellen inademen, zes tellen uitademen. Na een paar minuten zag Isis, zoals Kajal zei, een gang met verschillende deuren. Ze zal zich vanzelf aangetrokken voelen tot de deur met het goede antwoord op haar vraag over het belang van Arthur…
Isis doet de blauwe deur open en ziet een jonge man en een jong meisje. Toen ze in zijn ogen keek zag ze dat die man een ander uiterlijk had maar dat het Arthur was. Het tafereel dat ze zag was hun leven als broer en zus. Uit de kleding die ze droegen en het huis waar ze woonden kon ze alleen maar afleiden dat ze in Europa leefden, dat ze geld hadden, maar dat ze niet van adel waren, waarschijnlijk een koopmansgezin. Isis wist niet zeker of dat wat ze zag van de achttiende of van de negentiende eeuw was. Ze was zelf begin 20 en haar moeder lag op haar sterfbed. Op het moment dat de broze vrouw haar laatste adem uitblies begon ze onbedaarlijk te snikken. Arthur, die haar oudere broer was in dat leven, probeerde haar te troosten en zei ernstig tegen haar: ‘Ik ben er nog, en ik zal er altijd zijn om je te beschermen. Voor altijd.’

Lees de proloog